Randvoorwaarden en uitgangspunten
VERSIE: 10-10-2022 STATUS: VASTGESTELD
Toelichting
Dit artikel beschrijft aan de hand van het interoperabiliteitsmodel de randvoorwaarden en uitgangspunten die van toepassing zijn op het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg.
Het interoperabiliteitsmodel helpt bij het categoriseren van alle afspraken en randvoorwaarden die goed geregeld moeten zijn om op een duurzame en verantwoorde manier digitaal gegevens te delen en uit te wisselen. Het is de basis voor de aanpak van het VIPP-programma Babyconnect.
Nictiz heeft dit model in samenwerking met RSO Nederland verfijnd. Het model is in lijn met het Europese Interoperabiliteitsmodel.
Het interoperabiliteitsmodel onderscheidt vijf lagen van interoperabiliteit.
De uitgangspunten die op het gebied van interoperabiliteit van geboortezorg gelden worden per laag beschreven in de paragraaf Uitgangspunten interoperabiliteit geboortezorg.
Naast de vijf lagen bevat het interoperabiliteitsmodel twee randvoorwaardelijke kolommen die op alle lagen van toepassing zijn.
De randvoorwaarden die op het gebied van interoperabiliteit van geboortezorg gelden zijn beschreven in de paragraaf Randvoorwaarden.
Interoperabiliteit van geboortezorg ontstaat als de afspraken op alle lagen op elkaar aansluiten en voldoen aan de randvoorwaarden.
Naast randvoorwaarden en uitgangspunten op basis van de interoperabiliteit van geboortezorg is ook een paragraaf opgenomen met uitgangspunten voor het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg zelf.
Randvoorwaarden
Toelichting
Randvoorwaarden stellen eisen aan het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg die niet vanuit VIPP Babyconnect zelf kunnen worden beïnvloed.
Voor de gegevensuitwisseling in de geboortezorg zijn in ieder geval onderstaande wetten, normen en richtlijnen van toepassing. De bijbehorende omschrijving betreft een summiere toelichting op de betreffende wet- of regelgeving.
Â
Nr. | Randvoorwaarde | Toelichting |
R01 | Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) | De AVG beschrijft het rechtmatig omgaan met persoonsgegevens. |
R02 | Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) | De WGBO regelt o.a. de dossierplicht en stelt regels over de geheimhouding van het dossier. |
R03 | Wet Digitale Overheid (WDO) | WDO heeft tot doel het regelen van het veilig en betrouwbaar kunnen inloggen door Nederlandse burgers en bedrijven bij de (semi-)overheid. |
R04 | Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg (Wabvpz) | De Wabvpz richt zich op het zorgvuldig omgaan met medische gegevens. |
R05 | Wet publieke gezondheid (WPG) | De Wet publieke gezondheid regelt de organisatie van de openbare gezondheidszorg, de bestrijding van infectieziektecrises en de isolatie van personen/vervoermiddelen die internationaal gezondheidsgevaren kunnen opleveren. |
R06 | Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden (WGS) | Deze wet moet de gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden van publieke en private organisaties voor de vervulling van een taak van algemeen belang van een adequate juridische basis voorzien, rekening houdend met het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer. |
R07 | Wet cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens in de zorg (Wcbevvg) | De Wcbevvg regelt de voorwaarden waaronder zorgverleners medische gegevens veilig en elektronisch kunnen inzien of uitwisselen met andere zorgverleners. |
R08 | Wetsvoorstel Elektronische Gegevensuitwisseling in de Zorg | Het wetsvoorstel ziet toe op het elektronisch delen en benaderen van gegevens tussen zorgverleners in aangewezen gegevensuitwisselingen binnen de zorgdomeinen. Dit wetsvoorstel is in consultatie (tot 10-06-2020). |
R09 | Gedragscode Elektronische Gegevensuitwisseling in de Zorg (EGiZ) | De koepels van zorgverleners en diverse regionale (ICT-) samenwerkingsverbanden van zorgaanbieders hebben de wettelijke regels rond privacy en beroepsgeheim bij uitwisseling van patiëntgegevens gebundeld en toepasbaar voor in de praktijk gemaakt. |
R10 | Uitgangspunten en opbrengsten van het programma eID | Het programma eID (elektronische identiteit) heeft tot doel om gebruiksvriendelijke, veilige en betrouwbare digitale interactie van burgers en bedrijven met de overheid mogelijk te maken. |
R11 | eIDAS verordening | Europese burgers en bedrijven moeten sinds september 2018 bij alle Nederlandse organisaties in de publieke sector kunnen inloggen met een door Europa erkend nationaal inlogmiddel. |
R12 | De Wet gebruik Burgerservicenummer in de zorg (Wbsn-z) | De Wbsn-z regelt o.a. het gebruik van het Burgerservicenummer bij berichtgeving tussen zorgaanbieders onderling. |
R13 | Mededingingswetgeving | De opzet van het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg mag niet in strijd zijn met mededingingswetgeving. Dit behelst dat deelname niet discriminerend mag zijn. |
R14 | NEN 7510 ‘Medische informatica - Informatiebeveiliging in de zorg' | Deze norm beschrijft maatregelen die zorginstellingen moeten nemen om op adequate wijze met patiëntgegevens om te gaan. Risicomanagement is een belangrijk onderdeel in de norm. |
R15 | NEN 7512 ‘Informatiebeveiliging in de zorg - Vertrouwensbasis voor gegevensuitwisseling’ | De NEN 7512 heeft als doel het bieden van zekerheid over de informatiebeveiliging bij partijen die onderling medische gegevens uitwisselen. |
R16 | NEN 7513 ‘Logging – Vastleggen van acties op elektronische cliëntdossiers’ | Logging van handelingen moet lokaal en regionaal gebeuren in overeenstemming met NEN 7513. Het moet voor de cliënt duidelijk zijn wie haar dossier heeft geraadpleegd en vanuit welke rol. |
R17 | NTA 7516 'Norm voor veilig mailen' | De norm beschrijft functionele voorwaarden die borgen dat er veilig gemaild kan worden. |
R18 | NEN 7522 ‘Medische informatica - Hanteren van code- en andere terminologiestelsels’ | De norm stelt eisen aan en geeft definities voor het hanteren van code- en andere terminologiestelsels in de Nederlandse gezondheidszorg. |
R19 | ISO 2700142Â en ISO 2700243Â Informatiebeveiliging (Voor beheerorganisatie) | Beschrijven hoe een organisatie procesmatig met het beveiligen van informatie omgaat. Het doel van de normen is om de vertrouwelijkheid, beschikbaarheid en integriteit van informatie binnen die organisatie zeker te stellen. |
R20 | Beveiligd zorgnetwerk | De gegevens moeten gedeeld kunnen worden met alle direct betrokken zorgverleners die |
R21 | Authenticatie en verificatie | Op een beveiligd zorgnetwerk mogen alleen gecertificeerde actoren (zoals cliënten, zorgverleners, zorgorganisaties en systemen) toegang hebben. |
R22 | Encryptie | Voor transport moet de data beveiligd zijn met end-to-end encryptie. |
Uitgangspunten interoperabiliteit geboortezorg
Â
Nr. | Uitgangspunt interoperabiliteit geboortezorg | Thema |
---|---|---|
U1.01 | De realisatie van interoperabiliteit van geboortezorg vindt plaats binnen de kaders van het Framework 2018 -2022: Realisatie digitaal informatie delen in geboortezorg Nederland. | 1. Organisatiebeleid |
U1.02 | Cliënten hebben zo veel mogelijk regie over hun geboortezorggegevens. | 1. Organisatiebeleid |
U1.03 | De interoperabiliteit van geboortezorg is leveranciersonafhankelijk. | 1. Organisatiebeleid |
U1.04 | De interoperabiliteit van geboortezorg wordt gerealiseerd aan de hand van een groeimodel. | 1. Organisatiebeleid |
U1.05 | Zorgverleners en zorgorganisaties in de regio zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de borging van regionale interoperabiliteit van geboortezorg. | 1. Organisatiebeleid |
U1.06 | De interoperabiliteit van geboortezorg voldoet aan de principes van Privacy by Design. | 1. Organisatiebeleid |
U1.07 | De toegang tot data en metadata wordt beheerd door een onafhankelijke partij. | 1. Organisatiebeleid |
U2.01 | De interoperabiliteit van geboortezorg ondersteunt zorgverlening conform de Zorgstandaard Integrale Geboortezorg. | 2. Zorgproces |
U2.02 | De interoperabiliteit van geboortezorg biedt voldoende flexibiliteit voor het werken met regionale en lokale protocollen en werkafspraken. | 2. Zorgproces |
U3.01 | Relevante geboortezorggegevens zijn beschikbaar voor cliënten, zorgverleners en zorgorganisaties in de juiste context in het zorgproces. | 3. Informatie |
U3.02 | Zorgverleners die geboortezorggegevens publiceren of raadplegen kunnen blijven voldoen aan de dossierplicht. | 3. Informatie |
U3.03 | De interoperabiliteit van geboortezorg ondersteunt een bewaartermijn die aansluit op de belangen van de cliënt. | 3. Informatie |
U3.04 | Geboortezorggegevens zijn eenduidig te gebruiken doordat deze zijn gebaseerd op de Informatiestandaard Geboortezorg. | 3. Informatie |
U3.05 | Geboortezorggegevens zijn zo actueel als benodigd te raadplegen. | 3. Informatie |
U4.01 | De interoperabiliteit van geboortezorg is gebaseerd op (inter)nationale uitwisselingsstandaarden. | 4. Applicatie |
U5.01 | Voor het transport van data wordt gebruik gemaakt van een netwerk dat voldoet aan het Programma van Eisen Infrastructureel uit het Twiin Afsprakenstelsel (in ontwikkeling). | 5. IT-infrastructuur |
U5.02 | Uitwisseling van geboortezorggegevens via gekwalificeerde Twiin-knooppunten wordt ondersteund. | 5. IT-infrastructuur |
De uitgangspunten voor de interoperabiliteit van de geboortezorg worden hieronder per thema toegelicht.
1. Organisatiebeleid
U1.0.1 De realisatie van interoperabiliteit van geboortezorg vindt plaats binnen de kaders van het Framework 2018 -2022: Realisatie digitaal informatie delen in geboortezorg Nederland.
Om interoperabiliteit van geboortezorg te bereiken wordt voldaan aan de kaders die worden gesteld door Framework 2018 -2022: Realisatie digitaal informatie delen in geboortezorg Nederland.
U1.02 Cliënten hebben zo veel mogelijk regie over hun geboortezorggegevens.
Cliënten willen meer regie op de zorg die zij ontvangen van verschillende zorgorganisaties, en meer regie over de eigen zorggegevens. Als burger doen zij een beroep op de overheid om hun privacy te beschermen. Als cliënt of patiënt willen zij kunnen bepalen wie toegang heeft tot de gegevens. Dit is een belangrijk onderdeel van het outcomedoel Patiënt centraal dat door het Informatieberaad Zorg is vastgesteld. Het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg heeft als uitgangspunt dat cliënten zo veel mogelijk regie hebben over hun geboortezorggegevens. Om regie over geboortezorggegevens te kunnen voeren, dient de cliënt in staat te zijn de volgende activiteiten uit te voeren:
Inzien van eigen geboortezorggegevens in begrijpelijke taal
Vastleggen en beheren van toestemmingen voor het delen van eigen geboortezorggegevens
Inzien wie welke geboortezorggegevens heeft ingezien
De formulering 'zo veel mogelijk regie' is gekozen omdat een absolute vorm van regie niet in alle gevallen haalbaar is.
U1.03 De interoperabiliteit van geboortezorg is leveranciersonafhankelijk.
Zorgverleners, zorgorganisaties en samenwerkingsverbanden van zorgverleners of zorgorganisaties hebben zelf de keuze welke zorginformatiesystemen (XIS) en integratiesystemen zij gebruiken. Iedere leverancier die voldoet aan het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg kan (via een zorgorganisatie of regionale beheerder) deelnemen aan de interoperabiliteit van geboortezorg.
U1.04 De interoperabiliteit van geboortezorg wordt gerealiseerd aan de hand van een groeimodel.
Duurzame interoperabiliteit van geboortezorg wordt tot stand gebracht aan de hand van een groeimodel. Zo kan rekening worden gehouden met
de mogelijkheden van de betrokken zorginformatiesystemen en hun leveranciers; en
de incrementele doorontwikkeling van de Informatiestandaard Geboortezorg.
U1.05 Zorgverleners en zorgorganisaties in de regio zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de borging van regionale interoperabiliteit van geboortezorg.
De totstandkoming van regionale interoperabiliteit van geboortezorg is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van regionale partnerschappen en VIPP Babyconnect. De borging van regionale interoperabiliteit van geboortezorg is een verantwoordelijkheid van de zorgverleners en zorgorganisaties in de regio. De zorgverleners en zorgorganisaties kunnen ervoor kiezen de hieraan gerelateerde taken zelf uit te voeren of deze uit te besteden aan een andere organisatie zoals een RSO.
U1.06 De interoperabiliteit van geboortezorg voldoet aan de principes van Privacy by Design.
Het idee van Privacy by Design is om al in een vroeg stadium zowel technisch als organisatorisch een zorgvuldige omgang met persoonsgegevens af te dwingen. Dit houdt in dat er al bij de ontwikkeling van interoperabiliteit van geboortezorg wordt gezorgd voor het garanderen van de privacy.
U1.07 De toegang tot data en metadata wordt beheerd door een onafhankelijke partij.
Om het cliëntbelang te bewaken wordt de toegang tot data en metadata beheerd door een onafhankelijke partij die handelt op basis van door zorgverleners en zorgorganisaties opgestelde aansluitvoorwaarden. Hierdoor kan correcte toegang worden afgedwongen en kan worden voorkomen dat toegang wordt bepaald door de commercie, de overheid of de zorgverzekeraars.
2. Zorgproces
U2.01 De interoperabiliteit van geboortezorg ondersteunt zorgverlening conform de Zorgstandaard Integrale Geboortezorg.
De Zorgstandaard Integrale Geboortezorg geeft de inhoudelijke kaders aan van de basiszorg aan moeder en kind. De interoperabiliteit van geboortezorg ondersteunt zorgverleners en zorgorganisaties in het verlenen van zorg volgens de landelijke zorgstandaard.
U2.02 De interoperabiliteit van geboortezorg biedt voldoende flexibiliteit voor het werken met regionale en lokale protocollen en werkafspraken.
Naast de Zorgstandaard Integrale Geboortezorg kunnen regionale en/of lokale protocollen en werkafspraken van toepassing zijn. De interoperabiliteit van geboortezorg biedt voldoende flexibiliteit voor het werken met regionale en lokale protocollen en werkafspraken.
3. Informatie
U3.01 Relevante geboortezorggegevens zijn beschikbaar voor cliënten, zorgverleners en zorgorganisaties in de juiste context in het zorgproces.
Relevante informatie is beschikbaar voor datgene waarvoor de cliënt, de zorgverlener of de zorgorganisatie toestemming heeft én voor datgene dat nodig is voor kwalitatief goede zorg. Het geven van toestemming door cliënten wordt besproken in uitgangspunt U1.02.
U3.02 Zorgverleners die geboortezorggegevens publiceren of raadplegen kunnen blijven voldoen aan de dossierplicht.
Artikel 454 van het Burgerlijk Wetboek beschrijft in het kader van de wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) de dossierplicht van de zorgverlener. De WGBO stelt eisen aan de inhoud en de bewaartermijn van het dossier. Voor de academische ziekenhuizen gelden daarnaast de eisen die worden gesteld door de Archiefwet. De interoperabiliteit van geboortezorg voldoet aan deze eisen.
U3.03 De interoperabiliteit van geboortezorg ondersteunt een bewaartermijn die aansluit op de belangen van de cliënt.
Ten aanzien van de bewaartermijn van geboortezorggegevens kunnen cliënten eisen hebben die aanvullend zijn aan de bewaartermijn gespecificeerd door de WGBO. De interoperabiliteit van geboortezorg ondersteunt de belangen van de cliënt op het gebied van het beschikbaar houden van geboortezorggegevens. Dit kan door deze bij het verstrijken van de wettelijke bewaartermijn over te dragen aan de cliënt, bijvoorbeeld door gebruik te maken van de PGO. Daarnaast heeft de cliënt conform de WGBO het recht om haar dossiergegevens (voortijdig) te laten vernietigen.
U3.04 Geboortezorggegevens zijn eenduidig te gebruiken doordat deze zijn gebaseerd op de Informatiestandaard Geboortezorg.
Het Informatieberaad Zorg heeft Gestandaardiseerde gegevensuitwisseling en Eenmalig vastleggen en hergebruik gegevens en als respectievelijk derde en vierde outcomedoel geformuleerd. Om deze doelen voor de geboortezorg te bereiken maakt de interoperabiliteit van geboortezorg gebruik van de 'eenheid van taal' in de geboortezorg die wordt bereikt door het hanteren van de Informatiestandaard Geboortezorg.
U3.05 Geboortezorggegevens zijn zo actueel als benodigd te raadplegen.
Om geboortezorggegevens van andere zorgverleners met de benodigde actualiteit te kunnen raadplegen, moet de raadplegende zorgverlener erop kunnen vertrouwen dat gegevens met de benodigde actualiteit zijn gepubliceerd. De benodigde actualiteit kan door de gegevensproducent (in dit geval: de zorgverlener waarmee de cliënt eerder contact heeft gehad) op basis van professionaliteit worden beoordeeld.
Waar mogelijk worden geboortezorggegevens zo snel mogelijk gepubliceerd. Concrete afspraken over de invulling hiervan worden in samenwerking met de gebruikersgroepen opgesteld.
4. Applicatie
U4.01 - De interoperabiliteit van geboortezorg is gebaseerd op (inter)nationale uitwisselingsstandaarden.
Interoperabiliteit vereist standaardisatie. Het afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg beschrijft de informatiestandaarden die nodig zijn voor de interoperabiliteit van geboortezorg. Zorginformatiesystemen die (nog) niet kunnen voldoen aan de vereiste informatiestandaarden kunnen geboortezorggegevens aanleveren in iedere vorm. Hierbij geldt de voorwaarde dat een (gestructureerd) formaat kan worden vastgesteld dat voldoet aan de eisen die door het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg aan data en metadata worden gesteld.
5. IT-Infrastructuur
U5.01 Voor het transport van data wordt gebruik gemaakt van een netwerk dat voldoet aan het Programma van Eisen Infrastructureel uit het Twiin Afsprakenstelsel (in ontwikkeling).
Het Programma van Eisen Infrastructureel uit het Twiin Afsprakenstelsel (in ontwikkeling) beschrijft de technische en organisatorische eisen aan netwerken die via Twiin-knooppunten met elkaar worden verbonden. Deze eisen zijn ook van toepassing op het betrouwbaar en veilig uitwisselen van geboortezorggegevens.
U5.02 Uitwisseling van geboortezorggegevens via gekwalificeerde Twiin-knooppunten wordt ondersteund.
Voor de inter- en intraregionale uitwisseling van geboortezorggegevens kan gebruik worden gemaakt van gekwalificeerde Twiin-knooppunten.
Uitgangspunten afsprakenstelsel
Â
Nr. | Uitgangspunt afsprakenstelsel | Thema |
UA1.1 | Het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg sluit voor de gegevensuitwisseling tussen zorgverlener en cliënt aan bij het MedMij Afsprakenstelsel. | 1. Afbakening |
UA1.2 | Het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg sluit voor de uitwisseling tussen gekwalificeerde Twiin-knooppunten aan bij het Twiin Afsprakenstelsel. | 1. Afbakening |
UA1.3 | Het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg sluit voor het beheer van toestemmingen voor uitwisseling van medische gegevens aan bij de opbrengsten van het landelijke programma OTV. | 1. Afbakening |
UA1.4 | Het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg sluit voor het eenmalig vastleggen en hergebruiken van gegevens aan bij de pijlers en opbrengsten van het programma Registratie aan de Bron. | 1. Afbakening |
UA1.5 | Het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg sluit voor de uitwisseling van medicatiegegevens aan bij de Informatiestandaard Medicatieproces. | 1. Afbakening |
UA2.1 | De inhoud van het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg is eenduidig en actueel. | 2. Bruikbaarheid |
UA2.2 | Het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg ondersteunt zorgorganisaties op alle vijf lagen van het interoperabiliteitsmodel bij het realiseren van interoperabiliteit van geboortezorg. | 2. Bruikbaarheid |
UA3.1 | Het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg is een groeimodel. | 3. Ontwikkeling |
UA3.2 | Het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg is onderdeel van de Innovatie en Beheercyclus Interoperabiliteit Geboortezorg (in ontwikkeling) | 3. Ontwikkeling |
UA3.3 | De functies ontwikkeling, toezicht en handhaving worden vanaf de start ingevuld. | 3. Ontwikkeling |
UA3.4 | Voor ontwerp, prioriteitstelling en bijsturing van het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg wordt gebruik gemaakt van een hiërarchie van gebruikers. | 3. Ontwikkeling |
UA3.5 | Het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg voldoet aan de referentiearchitectuur van een duurzaam informatiestelsel in de zorg (DIZRA) | 3. Ontwikkeling |
De uitgangspunten voor het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg worden hieronder per thema beschreven:
1. Afbakening
UA1.1 Het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg sluit voor de gegevensuitwisseling tussen zorgverlener en cliënt aan bij het MedMij Afsprakenstelsel.
De uitwisseling van geboortezorggegevens tussen cliënt en zorgverlener valt buiten de afbakening van het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg. Het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg sluit voor dit onderdeel aan bij het MedMij Afsprakenstelsel.
UA1.2 Het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg sluit voor interregionale gegevensuitwisseling aan bij het Twiin Afsprakenstelsel (in ontwikkeling).
Landelijke standaarden voor interregionale uitwisseling van medische gegevens worden ontwikkeld door programma Twiin. Deze standaarden worden vastgelegd in het Twiin Afsprakenstelsel. Het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg sluit aan bij dit afsprakenstelsel.
UA1.3 Het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg sluit voor het beheer van toestemmingen voor uitwisseling van medische gegevens aan bij de opbrengsten van het landelijke programma OTV.
Het Programma OTV werkt aan Mitz, een online toestemmingsvoorziening waar burgers zelf toestemmingen voor het delen van medische gegevens kunnen vastleggen en beheren. Het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg beschouwt Mitz als dé plek waar de toestemmingskeuzes van cliënten worden vastgelegd, beheerd en gecontroleerd.
UA1.4 Het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg sluit voor het eenmalig vastleggen en hergebruiken van gegevens aan bij het programma Registratie aan de Bron.
Het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg sluit voor het eenmalig vastleggen en hergebruiken van gegevens aan bij de pijlers en opbrengsten van het programma Registratie aan de Bron.
UA1.5 Het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg sluit voor de uitwisseling van medicatiegegevens aan bij de Informatiestandaard Medicatieproces.
Het Informatieberaad Zorg heeft Medicatieveiligheid als outcomedoel vastgesteld. Een belanrgijk onderdeel hiervan is dat medicatiegegevens conform de richtlijn en bijbehorende informatiestandaarden worden uitgewisseld. Het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg sluit voor de vastlegging en uitwisseling van medicatiegegevens aan bij de Informatiestandaard Medicatieproces.
2. Bruikbaarheid
UA2.1 De inhoud van het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg is eenduidig en actueel.
Het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg streeft eenduidigheid en actualiteit na door:
consistentie - door controle op de samenhang tussen alle artikelen
eenduidigheid - door gebruik van eenduidige begrippen
flexibiliteit - door gebruik van een incrementele en iteratieve werkwijze
UA 2.2 Het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg ondersteunt zorgorganisaties op alle vijf lagen van het interoperabiliteitsmodel bij het realiseren van interoperabiliteit van geboortezorg.
Het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg ondersteunt zorgorganisaties door afspraken, rollen en verantwoordelijkheden te beschrijven op alle vijf lagen van het interoperabiliteitsmodel.
3. Ontwikkeling
UA3.1 Het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg is een groeimodel.
Om tijdig een eerste versie van het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg te kunnen opleveren én te kunnen leren van tussentijdse ervaringen, wordt het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg opgezet als groeimodel. Hierbij is de haalbaarheid van realisatie, waaronder de aansluiting op de huidige ontwikkelingen in de markt, een belangrijk criterium. Daar waar duidelijkheid nodig is in de afspraken die pas op termijn van kracht zijn, maar die op enig moment nog niet haalbaar zijn, kan een groeipad worden afgesproken.
UA3.2 Het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg is onderdeel van de Innovatie en Beheercyclus Interoperabiliteit Geboortezorg
De ontwikkeling en het beheer van het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg vinden plaats op basis van de Innovatie en Beheercyclus Interoperabiliteit Geboortezorg (in ontwikkeling).
UA3.3 De functies ontwikkeling, toezicht en handhaving worden vanaf de start ingevuld.
Het functioneren van het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg is mede afhankelijk van de mate waarin kan worden ingespeeld op ontwikkelingen in de omgeving of in de operatie. Daarbij zijn rollen nodig die zich richten op het algemeen belang van interoperabiliteit van geboortezorg, dat het belang van individuele betrokkenen overstijgt. De belangrijkste functies aangaande het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg, waaronder ten minste ontwikkeling, toezicht en handhaving, worden vanaf de start van het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg ingevuld. De invulling van de functies en de organisatie ervan worden belegd in de Innovatie- en Beheercyclus (in ontwikkeling).
UA3.4 Voor ontwerp, prioritering en bijsturing van het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg wordt gebruik gemaakt van een hiërarchie van gebruikers.
In volgorde van prioriteit worden de volgende vier gebruikersgroepen voor interoperabiliteit van geboortezorg onderkend:
Cliënten
Zorgverleners
Zorgorganisaties
Data-analisten en onderzoekers
Bij het maken van keuzes aangaande ontwerp, prioriteitstelling en bijsturing van het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg worden de belangen van de gebruikersgroepen conform bovenstaande rangschikking meegewogen.
UA3.5 Het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg voldoet aan de referentiearchitectuur van een duurzaam informatiestelsel in de zorg (DIZRA)
Het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg sluit zo veel mogelijk aan bij de uitgangspunten, instrumenten, kennisthema's en praktische richtlijnen van DIZRA (de referentiearchitectuur van een duurzaam informatiestelsel in de zorg). Iedere release van het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg wordt getoetst op basis van het DIZRA Normenkader.
Â