Bijlage: Modulair testen

Met modulair functioneel testen wordt bedoeld, dat per module de input en output van het relevante proces wordt beoordeeld.

Open

Zoals beschreven, is door de methodiek van Interoperabiliteit Geboortezorg, de gegevensuitwisseling tussen de applicaties gestandaardiseerd. Hierdoor is het mogelijk om de testwerkzaamheden op te knippen en is het niet nodig om het publiceren en raadplegen van volledige datasets in alle mogelijke combinaties van applicaties te testen.

Open

Rekenvoorbeeld:

Stel, er zijn 5 bronsystemen, 5 PGO’s, en 5 viewers. En ieder bronsysteem communiceert op een eigen manier met de PGO’s en viewers.

Dan zijn de mogelijke combinaties 5 x 5 x 5 = 125, waarbij de oorzaak van een fout in verschillende onderliggende delen gezocht moet worden

Stel dat er een “eenheid van taal” is waar elke module mee werkt. Dus, een bron systeem levert “eenheid van taal”, een PGO en een viewer, gebruiken de “eenheid van taal”

Als elk module per stuk getest wordt, dan zijn er 5 + 5 + 5 = 15 testen nodig, een fout is dan direct toe te wijzen aan de betreffende module. Als blijkt dat elke module voldoet moet er wel overzicht testen gedaan worden, maar dat is alleen ter acceptatie.

Het functioneren van het geheel moet wel degelijk alsnog getest, maar dan met een kleine testdataset. Dit vermindert de complexiteit van testwerkzaamheden en bespaart een aanzienlijke hoeveelheid tijd en middelen.

Modulair functioneel testen bestaat 4 onderdelen die hierboven genummerd schematisch staan weergegeven:

0. Fixtures: Maken van functioneel kwalificatiemateriaal (voor uitleg zie hieronder).

   1. Kwalificatiemateriaal is de naam die Nictiz heeft gegeven aan al het testmateriaal wat nodig is voor het kwalificeren van een

1. Publiceren: Kan een zorgaanbieder correct publiceren (beschikbaar stellen)?

2. Raadplegen, starten van een viewer: Kan een zorgaanbieder correct een viewer activeren? (SSO routine)

3. Raadplegen, de viewer zelf: Kan een zorgverlener via een viewer correct raadplegen en zijn de generieke functies correct ingevuld?

4. Verzamelen: Kan een PGO correct gegevens verzamelen?

   1. Het woord verzamelen is door medMij gegeven aan de functie voor het ophalen van gegevens bij zorgaanbieders. De burger kan in het eigen PGO beschikbare gegevens verzamelen.

Fixtures

Dit zijn FHIR-resources die door de CMIO van VIPP Babyconnect, en specialisten van Nictiz zijn gemaakt en waarvan met zekerheid is vastgesteld dat ze conform de specificaties van de informatiestandaard Geboortezorg zijn. Het maken van deze fixtures moet als eerste stap gebeuren voordat er getest kan gaan worden. Deze resources worden vervolgens bij elke module als vergelijkingsmateriaal ingezet.

Bij het testen van het publiceren/beschikbaar stellen wordt de output vergeleken met de fixtures. Bij het testen van het verzamelen bij de PGO’s worden de fixtues als bron gebruikt. En bij het testen van het raadplegen met de viewer, worden de fixtures als bron gebruikt.

Voor de fixtures worden gegevens van verschillende testpersonen vastgesteld. Deze testpersonen zijn volledig fictief en zijn niet gebaseerd op daadwerkelijke personen. De testpersonen hebben een volledige zwangerschap doorlopen, echter in verschillende zorgvormen volgens use-cases. Deze gegevens worden vastgelegd in “voorbeeld FHIR-resources” volgens de vastgestelde afspraken. Deze fixtures worden beheerd door Nictiz en staan in de testomgeving, die wordt ingericht door het landelijk programmabureau en Nictiz.

In de use-cases dienen zoveel mogelijk, zoniet alle, velden van PWD gebruikt te worden. Indien er aan een dataveld een waardelijst verbonden is, dan wordt hieruit, bij voorkeur willekeurig, een waarde geselecteerd die past binnen de use-case.