Testen, outcomedoelen & eindgebruikerstoets
Inleiding
In de Geboortezorg zijn er meerdere zorgverleners betrokken bij de zorg rondom een zwangere/kraamvrouw (hierna te noemen: cliënt). Om goede zorg te kunnen bieden aan de cliënt is het van belang dat elke betrokken zorgverlener goed geïnformeerd is over alle relevante gegevens. Ook als die door andere zorgverleners zijn vastgelegd.
De gegevens uit alle systemen van zorgverleners zullen steeds vaker uitgewisseld worden en dienen ‘interoperabel’ te worden.
Interoperabiliteit is 'de mogelijkheid van systemen, partijen, of individuen om met elkaar samen te werken, te communiceren en informatie uit te wisselen'.
Belangrijk aspect is hierbij: vertrouwen. Kan een zorgverlener, de gegevens die andere zorgverleners hebben vastgelegd, vertrouwen? En kan een zorgverlener erop vertrouwen dat deze de juiste gegevens raadpleegt?
Om interoperabiliteit te kunnen vertrouwen is testen noodzakelijk. Zijn de digitale verbindingen correct, is de bron correct, zijn de gegevens correct, zijn de gegevens beschermd, etc.? Testen is in essentie vertrouwen kweken.
Het is hierbij wel belangrijk om enigszins pragmatisch te werk te gaan, want met testen kan niet worden vastgesteld of een gegevensuitwisseling onder alle omstandigheden goed werkt, het aantal te testen situaties in alle omstandigheden, is bijna ontelbaar groot. De complexiteit wordt teruggebracht door van testen te verlangen dat het aantoont dat het onder bepaalde omstandigheden niet goed werkt.
Om dit helder en gestructureerd te doen hanteren we een teststrategie, een testplan en een testprotocol.
Hierin staat beschreven wat, wanneer, waarmee en hoe er door wie, getest gaat worden. Het testwerk moet uitgevoerd worden door, of onder toezicht staan van, een onafhankelijke partij.
In de teksten wordt geschreven over cliënten, zorgverleners en zorgaanbieders. Zwangeren zijn in de regel niet ziek, daarom gebruiken we in de geboortezorg de term cliënt, en niet de term patiënt. Het verschil tussen zorgverleners en zorgaanbieders is dat een zorgverlener een persoon is die de daadwerkelijke zorg verleent en een zorgaanbieder een organisatie is waar de zorgverleners voor werken.
Testen kan op heel veel manieren, en er kan heel veel getest worden. In dit artikel theoriën van testen is beschreven wat en hoe er getest kan worden, wat we wel of niet testen, en waarom.
Voor het testen van Interoperabiliteit Geboortezorg kiezen we ervoor om de interoperabiliteit zelf te testen.
We testen niet de zorginformatiesystemen, en we testen ook niet de zorgverleners. Daarin zitten natuurlijk risico’s, systemen en mensen kunnen tenslotte ook fouten maken. Dat wordt echter door de leveranciers van de zorginformatiesystemen, en de opleidingen van zorgverleners zelf getest.
In deze test wordt beoordeeld of gegevens van een testpersoon, als deze ingevoerd zijn in verschillende systemen, correct geraadpleegd kunnen worden.
Eerst technisch, door alle mogelijke velden te raken (wat normaal nooit tegelijk voorkomt), en dan functioneel. Omdat alles technisch werkt kunnen werkelijke situaties worden nagespeeld zodat eindgebruikers kunnen beoordelen of zij de juiste gegevens kunnen raadplegen.
Als de eindgebruikers de interoperabiliteit functioneel hebben geaccepteerd, kan de toetsing voor het ministerie uitgevoerd worden. Dat kan dan realtief snel omdat dan veel toetsen al hebben plaatsgevonden. (Niet opnieuw testen)
We onderscheiden 4 grote fasen in het testen
Voorbereiding
Technisch testen
Functioneel testen
Acceptatie en Toetsen
Testen worden gestructureerd uitgevoerd en resultaten worden met elkaar gedeeld in een rapportage, als onderdeel van InteropLab. Daardoor hoeven testen niet vaker uitgevoerd te worden en kan ieder zien hoever de interoperabiliteit mogelijk is.
Wat is InteropLab?
InteropLab is de naam van een bedrijf, en van een software applicatie. Met de software applicatie kunnen gegevensuitwisselingen getest en gevalideerd worden. Resultaten kunnen worden gepubliceerd in een monitor.
Voorbereiding
Het ontwerpen van testmethoden, en het bouwen van te testen informatie (dit zijn testgevallen, met fictieve cliënten en hun gegevens). Uitgangspunten zijn: de eisen van de eindgebruikers, het framework voor de Geboortezorg, wet- en regelgeving, en de architectuur voor interoperabiliteit Geboortezorg.
Technisch testen
Belangrijkste vraag is hier: Werkt het?
Het testen of alle benodigde modules doen wat ze moeten doen. Dit noemen we “onder de motorkap“ en wordt uitgevoerd door technici. Resultaten worden vastgelegd in de monitor. Tijdens het testen kunnen geïnteresseerde eindgebruikers als toehoorders aanwezig zijn. Deze testen worden uitgevoerd nadat de voorbereiding succesvol is afgerond. Deze testen worden in de toekomst, voor elke nieuwe functie of uitbreiding opnieuw uitgevoerd, als onderdeel van de Innovatie en beheer cyclus (I&B).
Wat is de I&B cyclus
Nadat het VIPP programma Babyconnect is afgesloten zal het delen van gegevens in de Geboortezorg niet stoppen. De verdere ontwikkeling is dan geborgd in een Innovatie en Beheer cyclus. Eindgebruikers kunnen dan verzoeken indienen, die worden beoordeeld op toepasbaarheid (technisch), haalbaarheid (financieel) en planning. Technisch testen, functioneel testen en acceptatie testen zullen onderdeel blijven van de I&B cyclus.
Functioneel testen
Belangrijkste vraag is hier: Levert het wat nodig is?
Het testen of de eindgebruikers krijgen wat ze nodig/gevraagd hebben. Dit noemen we “boven de motorkap“ en wordt uitgevoerd door eindgebruikers. Resultaten worden vastgelegd in de monitor. Hierbij zijn geïnteresseerde technici als toehoorders aanwezig. Deze testen worden uitgevoerd nadat de technische testen succesvol zijn afgerond. Deze testen worden voor elke nieuwe functie of uitbreiding opnieuw uitgevoerd, als onderdeel van de Innovatie en beheer cyclus (I&B). Ook nadat het VIPP programma Babyconnect is afgesloten.
Acceptatie en Toetsen
Na technisch en functioneel testen moet de gehele implementatie geaccepteerd worden. Daarvoor zijn accepetatie eisen vastgesteld, die in deze fase zullen worden getest/getoetst.
Belangrijkste vraag is hier: Mag het in de praktijk gebruikt worden?
Tot zover het gedeelte waar elke wijziging van interopberabilteit aan moet voldoen.
Voor het VIPP programma Babyconnect moeten ook nog de eisen, zoals die zijn vastgesteld in de beleidsregel, getoetst worden. De toetsen worden uitgevoerd nadat de acceptatie testen succesvol zijn afgerond. De toetsen hebben niet alleen betrekking op de techniek of de functies, maar ook op de inrichting, de governance, etc. Ook de toetsen worden vastgelegd in de monitor.
Belangrijkste vraag is hier: Heeft de regio voldaan aan de beleidsregels?
Op basis van de toetsen wordt door het ministerie vastgesteld of de regio voldaan heeft aan de eisen, en stelt dan de uiteindelijke vergoeding vast.