Zorgproces
VERSIE: 24-04-2023 STATUS: CONSULTATIE
Toelichting
Dit artikel beschrijft de architectuurlaag Zorgproces. Het zorgproces neemt een centrale positie in bij het het realiseren van interoperabiliteit van geboortezorg. Zoals te zien is in het schema op de overzichtspagina Referentiearchitectuur bevat deze laag een beperkt aantal rollen. De reden hiervoor is dat het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg geen afspraken op de laag zorgproces voorschrijft, maar juist volgend is aan het zorgproces.
Het Afsprakenstelsel Interoperabiliteit Geboortezorg verwijst voor de inhoud van het zorgproces naar de Zorgstandaard Integrale Geboortezorg. Met ‘integrale geboortezorg’ wordt het gehele traject van zorg bedoeld vanaf de preconceptiefase tot en met de eerste zes weken na de geboorte, inclusief de samenwerking met en/of overdracht naar de kraamzorg, de jeugdgezondheidszorg (JGZ), huisarts en/of op indicatie de overdracht of verwijzing naar andere zorgverleners, zoals bijvoorbeeld de kinderarts. Het doel van ‘integrale geboortezorg’ is het verbeteren van de zorg door een integrale, multidisciplinaire aanpak, waarbij door een constante evaluatie van de uitkomsten én cliëntervaringen de zorg kwalitatief beter, effectiever en doelmatiger kan worden.Â
Dit artikel bevat een beknopte weergave van het integrale geboortezorgproces, inclusief de verschillende hieraan gerelateerde use cases. Het geboortezorgproces en de use cases vormen de basis voor de verdere uitwerking van processen die beschreven worden op de laag Informatie.
1. Integraal geboortezorgproces
Toelichting
Bij integrale geboortezorg staat de zorgvraag van de zwangere centraal, dat wil zeggen dat de zorg zo veel mogelijk vraaggericht wordt ingericht. De volgende componenten worden onderscheiden:
Preconceptiezorg
Prenatale zorg
Bevalling en geboorte
Na de bevalling en geboorte
Acute zorg
Generieke modules
In ieder component wordt een integrale, multidisciplinaire aanpak gehanteerd. De componenten worden nader toegelicht in de Zorgstandaard Integrale Geboortezorg.
De informatiebehoefte van de cliënt en de zorgverlener tijdens het integrale geboortezorgproces is het vertrekpunt voor gegevensuitwisseling. Hieronder wordt het integrale geboortezorgproces schematisch weergegeven.
2. Use Cases
De volgende use cases en bijbehorende scenario’s zijn momenteel uitgewerkt:
Proces | Use Case | Scenario |
---|---|---|
Publiceren | P1. Zorgverlener publiceert gegevens uit zorgproces. | P1.1. Publiceren gegevens verloskundige zorg |
P1.2. Publiceren gegevens arts | ||
P1.3. Publiceren gegevens echoscopie | ||
P1.4. Publiceren gegevens kraamzorg | ||
P1.5. Vervallen | ||
P1.6. Publiceren gegevens vorige zwangerschap indien nog niet toegankelijk en vindbaar | ||
P1.7. Publiceren gegevens laboratoriumonderzoek/ aanvullende diagnostiek | ||
P2. Zorgverlener publiceert cliënt-vragenlijst. | P2.1. Zorgverlener maakt in te vullen cliënt-vragenlijst toegankelijk en vindbaar (bijv. bevalplan) | |
P3. Zorgverlener stelt relevante algemene informatie (pdf) beschikbaar aan client. | P3.1. Publiceren relevante algemene informatie (bijv. informatie aangaande voeding, alcohol, tabak, zie ook V2.1) | |
P4. Zorgverlener publiceert beschikbare informatie niet, vanwege aanwezigheid bezwaar, of ontbreken toestemming van cliënt. | P4.1. Cliënt heeft bezwaar tegen het publiceren van gegevens (opt-out) | |
P4.2 Cliënt heeft geen uitdrukkelijke toestemming gegeven voor publiceren van gegevens (geen opt-in). | ||
Raadplegen | R1. Zorgverlener raadpleegt relevante informatie over de cliënt binnen integraal geboortezorgtraject | R1.1. Raadplegen "Prio 1" informatie in acute situatie |
R1.2. Raadplegen PDF (bijv. echoverslag, zwangerschapskaart) | ||
R1.3. Raadplegen relevante gegevens van vorige zwangerschap | ||
R1.4. Raadplegen relevante gegevens voorafgaand aan intake | ||
R1.5. Raadplegen relevante gegevens voorafgaand aan consult | ||
R1.6. Raadplegen relevante gegevens tijdens MDO | ||
R1.7. Raadplegen relevante gegevens voor voorbereiding kraamzorgperiode | ||
R1.8. Raadplegen relevante gegevens voorafgaand aan diagnose-echo | ||
R1.9. Raadplegen relevante gegevens voorafgaand aan screening | ||
R1.10. Raadplegen relevante gegevens voorafgaand aan lab-onderzoek | ||
R1.11. Raadplegen echo-uitslag | ||
R1.12. Raadplegen bloeduitslagen | ||
R1.13. Raadplegen relevante informatie met betrekking tot kinkhoestvaccinatie | ||
R1.14. Raadplegen relevante informatie voorafgaand aan JGZ-huisbezoek | ||
R1.15. Raadplegen relevante informatie na afloop JGZ-huisbezoek | ||
R1.16. Raadplegen relevante antwoorden ingevulde vragenlijst (bijv. BUZZ, zie ook G1.3.) | ||
R1.17. Raadplegen buiten scenario | ||
R2. Zorgverlener raadpleegt relevante gegevens zonder toestemming (breaking-the-glass) | R2.1. Raadplegen relevante gegevens (in noodgeval) zonder dat daarvoor toestemming is. | |
Geven toestemming | G1. Cliënt geeft toestemming aan zorgverlener voor het raadplegen van relevante gezondheidsgegevens | G1.1. Geven toestemming aan zorgverlener om relevante gegevens te raadplegen bij doorverwijzing (veronderstelde toestemming) |
G1.2. Geven toestemming aan zorgverlener om relevante gegevens te raadplegen zonder doorverwijzing (uitdrukkelijk toestemming, bijv. geven toestemming aan verloskundige voor raadplegen van medicatiegegevens van apotheek) | ||
G1.3. Geven toestemming aan zorgverlener om relevante antwoorden uit een ingevulde vragenlijst te raadplegen (zie ook R1.16) | ||
G2. Cliënt geeft toestemming aan zorgverlener voor het beschikbaar stellen van relevante gezondheidsgegevens | G2.1. Geven toestemming aan zorgverlener voor het beschikbaar stellen van (niet-anonieme) screeningsgegevens aan RIVM (uitdrukkelijke toestemming, bijv. NIPT) | |
G2.2. Geven toestemming aan zorgverlener voor het beschikbaar stellen van (anonieme) gegevens voor wetenschappelijk onderzoek (uitdrukkelijke toestemming, bijv. CBS) | ||
G2.3. Geven toestemming aan zorgverlener voor het beschikbaar stellen van relevante gegevens aan andere zorgverleners in het integrale geboortezorgnetwerk (uitdrukkelijke toestemming). | ||
Delen | D1. Cliënt deelt informatie met zorgverleners vanuit PGO | D1.1. Delen informatie met zorgverleners (bijv. zelfmetingen of foto’s) |
Verzamelen | V1. Cliënt verzamelt informatie van zorgverleners over haar zwangerschap in haar PGO | V1.1. Verzamelen cliëntgebonden informatie van zorgverleners (bijv. à terme datum) |
V2. Cliënt haalt door zorgverlener beschikbaar gestelde algemene informatie (pdf) op in PGO | V2.1. Verzamelen relevante algemene informatie (bijv. informatie aangaande voeding, alcohol, tabak, zie ook P3.1) | |
V3. Cliënt haalt in te vullen vragenlijst op in PGO | V3.1. Ophalen door zorgverlener gepubliceerde in te vullen vragenlijst (zie ook P2.1) |
De bovenstaande use cases met bijbehorende scenario’s zijn gedetailleerd in het artikel Zibs per scenario. Hierin staat beschreven welke zibs en FHIR-profielen worden gebruikt per scenario.
De processen worden uitgewerkt in het hoofdstuk Informatie. Hieronder de verwijzing naar de desbetreffende artikelen:
3. Rollen
Â